Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de zonen van Gomer zijn: [11]Askenaz, en [12]Rifath, en [13]Togarma. 11. De vader der inwoners van Pontus en Bithynie, landschappen, gelegen in Klein-Azie. Sommigen houden het er voor dat van dezen de Duitsers afkomstig zijn. Zie Jer.51:27. 12. Anders, Diphath, 1 Kron.1:6. Hij was de stamvader der Paphlagoniers, een volk van Klein-Azie, vroeger genaamd Riphatteen, of Ripheen, langs de kusten der Zwarte Zee. 13. Deze wordt meest gehouden voor den oorsprong van het volk in Klein-Armenie; of [volgens het gevoelen van anderen] der Hoogduitsers. Zie Ezech.27:14, Ezech.38:6.
P.A. Siebesma, Handleiding bij de Studie van het Bijbel Hebreeuws, [], 52 Daarentegen is het woord Askenazisch ontleend aan Gen 10:3 en Jer 51:27 waar gesproken woordt over Askenaz. Volgens de joodse exegeten wordt hiermee Duitsland bedoeld. In de vroege middeleeuwen kende Europa twee belangrijke joodse centra: Spanje en Duitsland. cf. Obadja 20